
GEVOLGEN
Intro
Om de gevolgen van fraude in sport te analyseren, maakten we gebruik van het Harm Assessment Framework (Greenfield & Paoli, 2013; 2022). We richten ons hierbij specifiek op de slachtoffers, of beter gezegd, ‘schadedragers’, en de vormen van schade die zij ervaren ten gevolge van sportgerelateerde fraude.
Schadedragers
Greenfield en Paoli (2022) definiëren schade als ‘een inbreuk op de legitieme belangen van een rechtmatige belanghebbende’, en onderscheiden vier ‘klassen’ van schadedragers, namelijk: individuen; entiteiten uit de private sector; entiteiten uit de publieke sector; en de sociale omgeving. In de sportcontext leidt dit tot de volgende indeling:
Deze categorie omvat voornamelijk sporters, waaronder atleten die op een bepaald niveau deelnemen aan competities. Naast sporters vallen ook andere individuele betrokkenen binnen deze categorie, zoals scheidsrechters en leden of medewerkers van sportverenigingen of sportbestuursorganen.
Deze categorie omvat entiteiten uit de private sector die actief zijn binnen de sportsector, zoals sportclubs, sportbestuursorganen, sponsors en andere relevante entiteiten. Daarnaast behoren ook organisaties die niet direct in de sportsector opereren, maar wel afhankelijk zijn van een integere sportomgeving, zoals mediabedrijven of NGO’s, tot deze groep.
Deze categorie verwijst naar de verschillende overheidsinstellingen en de publieke sector als geheel.
In de sportsector verwijst de sociale omgeving voornamelijk naar fans en de georganiseerde sportwereld. De sociale omgeving omvat echter ook de samenleving in bredere zin.
Toepassing van het model op niet-sport-specifieke fraude
Tabel 1. Gevolgen van niet-sportspecifieke fraude

X = van toepassing; n.v.t. = niet van toepassing.
a Functionele integriteit verwijst naar fysieke, psychologische en intellectuele integriteit.
b Functionele integriteit verwijst naar operationele integriteit.
c Functionele integriteit verwijst naar fysieke, operationele en esthetische integriteit.
Toepassing van het model op sportspecifieke fraude
Tabel 2. Gevolgen van sportspecifieke fraude

X = van toepassing; n.v.t. = niet van toepassing.
a Functionele integriteit verwijst naar fysieke, psychologische en intellectuele integriteit.
b Functionele integriteit verwijst naar operationele integriteit.
c Functionele integriteit verwijst naar fysieke, operationele en esthetische integriteit.
Referenties:
Abeza, G., O’Reilly, N., Prior, D., Huybers, T., & Mazanov, J. (2020). The impact of scandal on sport consumption: do different scandal types have different levels of influence on different consumer segments? European Sport Management Quarterly, 20(2), 130–150. Amenta, C., & Di Betta, P. (2021). The impact of corruption on sport demand. International Journal of Sports Marketing and Sponsorship, 22(2), 369–384. Buraimo, B., Migali, G., & Simmons, R. (2016). An analysis of consumer response to corruption: Italy’s Calciopoli scandal. Oxford Bulletin of Economics and Statistics, 78(1), 22–41. Carpenter, K. (2012). Match-Fixing-The biggest threat to sport in the 21st century? Sweet & Maxwell’s International Sports Law Review, 2, 13–24. Chadwick, S., Roberts, S., & Cowley, R. (2018). The impact of sports corruption on organisational stakeholders. In L. Kihl (Ed.), Corruption in sport: Causes, consequences, and reform (pp. 110–125). Routledge. Duvinage, C. (2012). Referees in sports contests: their economic role and the problem of corruption in professional German sports leagues (1st ed.). Springer. Forrest, D. (2012). The threat to football from betting-related corruption. International Journal of Sport Finance, 7, 99–116. Gotelaere, S., & Paoli, L. (in press). A novel typology of frauds in sports: scripts, perpetrators, and bearers of the associated harm. In P. Duncan, D. Bociga, & J. Davies (Eds.), White-Collar and Organizational Crime: New Ideas, Directions and Perspectives. Greenfield, V., & Paoli, L. (2013). A framework to assess the harms of crimes. British Journal of Criminology, 53(5), 864–885. Hardyns, W., Vanwersch, L., & Constandt, B. (2022). Should football care about its fans’ trust? A study into the consequences of a large-scale fraud scandal on sports fans’ integrity perceptions. Managing Sport and Leisure. https://doi.org/10.1080/23750472.2022.2148721 Harvey, A., & McNamee, M. (2019). Sport integrity: ethics, policy and practice: an Introduction. Journal of Global Sport Management, 4(1), 1–7. https://doi.org/10.1080/24704067.2018.1542606 Manoli, A. E., Antonopoulos, G., & Levi, M. (2016). Football clubs and financial crimes in Greece. Journal of Financial Crime, 23(3), 559–573. Manoli, A. E., Bandura, C., & Downward, P. (2020). Perceptions of integrity in sport: insights into people’s relationship with sport. International Journal of Sport Policy and Politics, 12(2), 207–220. Nelen, H. (2022). Ostrageous: How greed and crime erode professional football and we all look the other way. Eleven. Paoli, L., & Donati, A. (2014). The sports doping market: understanding supply and demand, and the challenges of their control. Springer.
Belangendimensies
Elke categorie van schadedragers kan te maken krijgen met schade aan één of meerdere ‘belangendimensies.’ Deze dimensies zijn functionele integriteit, materiële ondersteuning, reputatie, en privacy en autonomie, en kunnen als volgt worden omschreven:
De betekenis van functionele integriteit kan per klasse schadedrager verschillend zijn. Voor individuen verwijst dit naar fysieke, psychologische en intellectuele integriteit. Voor organisaties in de private en publieke sector gaat het om operationele integriteit. Voor de sociale omgeving omvat het zowel fysieke, operationele en esthetische integriteit.
Deze dimensie heeft voornamelijk betrekking op de directe, financiële gevolgen van fraude, zoals verliezen op balansen, negatieve effecten op winst- en verliesrekeningen, of nadelige effecten op begrotingen.
Deze dimensie heeft betrekking op het imago of de goede naam van een persoon, organisatie, sector of merk. Reputatieschade kan uiteindelijk leiden tot een verlies van geloofwaardigheid of vertrouwen bij verschillende klassen van schadedragers.
Privacy en autonomie zijn nauw met elkaar verbonden. Een schending van autonomie beperkt het vermogen van een individu of organisatie om onafhankelijk te functioneren en kan samengaan met een schending van de privacy. Denk bijvoorbeeld aan atleten die hun locatie moeten delen met de autoriteiten in het kader van dopingcontroles.